Terug naar overzicht
Geplaatst op 23-05-2022 door

Interview Gasunie: Werken aan de infrastructuur voor waterstof

Terug naar overzicht
Geplaatst op 23-05-2022 door BIG

Interview Gasunie: Werken aan de infrastructuur voor waterstof

Gasunie wil in Nederland een transportnetwerk voor waterstof ontwikkelen dat de vijf regionale industriële clusters in Nederland, andere industriële locaties, opslag- en importlocaties met elkaar verbindt en dat verbindingen met de ons omringende landen krijgt. Met behulp van deze regionale en landelijke infrastructuur wordt Nederland de toegangspoort naar Europa voor de wereldwijde waterstofmarkt. Zowel in Nederland als in Duitsland wordt hard gewerkt aan de waterstofmarkt en de daarvoor noodzakelijke infrastructuur. Waar worden de grootste stappen gezet? Welke rol heeft Gasunie? Helmie Botter, Manager Business Development Waterstof, en Bert Kiewiet, Manager Waterstof Duitsland, vertellen over de waterstofambities van Nederland en Duitsland.


 Voorsprong

Op de vraag wie er voor ligt, Nederland of Duitsland, blijft het een tijdje stil. “Nederland ligt voorop,” zegt Helmie uiteindelijk. “De ontwikkelingen zijn er eerder gestart. De afgelopen paar jaar is in Nederland flink tempo gemaakt met waterstof en de rol van Gasunie daarin. Maar in Duitsland is de trein ook gaan rijden. Ik denk dan ook dat Nederland snel ingehaald zal worden.” Bert beaamt dit: “In Nederland wordt al langer aan de waterstofbackbone gewerkt; in Duitsland is hetzelfde initiatief pas anderhalf jaar oud. Als je kijkt naar de proefprojecten in Nederland en de eerste waterstofleiding in Zeeland, dan loopt Nederland voorop. Maar in het nieuwe regeerakkoord van Duitsland krijgt waterstof nadrukkelijk de wind in de rug. Vooral de omschakeling van de Duitse (staal)industrie heeft topprioriteit.”
 

Denken versus doen

“In Nederland zijn ze pragmatischer,” legt Bert uit. “Doen, en dan gewoon zien wat er gebeurt. In Duitsland heeft men de neiging eerst goed na te denken. En daarna nog eens na te denken. Maar als ze dan gaan, dan gaan ze. Een tekenend voorbeeld is de regulering. In Nederland laten ze eigenlijk eerst de markt op gang komen. In Duitsland bedenken ze zulke dingen graag vooraf.” “De Nederlandse methode is om een paar experts bij elkaar te zetten voor de grote lijnen en dan gewoon te beginnen,” voegt Helmie toe.  
 

Andere startpositie

Helmie: “Nederland is ook overzichtelijker qua grootte en aantal spelers. Gasunie is er de enige landelijk netbeheerder (TSO) voor het transport van gas. In Duitsland heb je te maken met meerdere TSO’s en meerdere deelstaten. Binnen Europa wordt soms wat bewonderd naar Nederland gekeken. Dat Gasunie het transport van waterstof mag oppakken. Dat Nederland met zo’n pragmatische aanpak zulke grote stappen kan zetten. En dat de overheid dat ondersteunt met subsidie.” Bert: “Ook alle Duitse gasbedrijven willen aan de slag met waterstof, maar het landschap ziet er anders uit. Met zoveel stakeholders wordt er soms voor een compromisoplossing gekozen. Dat is pas polderen!”


Samenwerkende overheden 

Ondanks de verschillen wordt er veel samengewerkt. Bert: “Uiteindelijk zijn overheden alleen verantwoordelijk voor hun eigen land. Maar er is een lange traditie van uitwisseling op het gebied van energie; op Europees niveau en zeker tussen Duitsland en Nederland. Zo is er bijvoorbeeld bijna wekelijks contact tussen beide ministeries van Economische Zaken over de zogenoemde Important Projects of Common European Interest (IPCEI). Daar valt de waterstofbackbone ook onder.”
Backbone als verbinder
Helmie: “Met de Nederlandse backbone worden de vijf binnenlandse industriële gebieden met locaties voor productie, transport en import van waterstof. Daarbij kijken we ook naar het Ruhrgebied. Duitsland heeft heel veel waterstof nodig. Door de backbones van beide landen met elkaar te verbinden, kan Nederland een doorvoerland worden. Dat is goed voor de havens, de economie en de werkgelegenheid. Ook voor de opslag van waterstof in bijvoorbeeld zoutlagen zien we veel potentie in het grensgebied tussen Nederland en Duitsland. Het gebied waar wij als Gasunie actief zijn is echt ideaal voor onze positie in de waterstofmarkt in heel Noordwest-Europa.” 


Interne samenwerking 

Bert: “Als je kijkt naar de kaart van de ‘European Hydrogen Backbone’, dan staat er een extra kaartje naast dat inzoomt op Nederland en Duitsland. Zo ver lopen we samen dus voor op de rest. Binnen Gasunie werken we ook met één waterstofafdeling, zonder de traditionele scheiding tussen Nederland en Duitsland. Het is heel leuk om hieraan te werken. Enerzijds zijn we aan het pionieren, anderzijds kunnen we voortborduren op een decennialange geschiedenis.” Helmie: “Het geeft veel energie om met iets nieuws bezig te zijn. Om het gevoel te hebben dat je iets doet dat bijdraagt aan de maatschappij en aan de toekomst van Gasunie. En dat samen met heel veel partners en met een hecht team: iedereen is intrinsiek gemotiveerd om een verschil te maken.” 
 

Dezelfde strategische doelen  

Bert: “In 2030? Dan hebben we onze Duitse backbone gerealiseerd. We zijn verbonden met Nederland, maar ook met Denemarken. De backbone is bovendien aangesloten op flexibele opslagcapaciteit.” Helmie: “Voor Nederland geldt ongeveer hetzelfde. Ik verwacht dat we in 2030 de nationale backbone gerealiseerd hebben, inclusief enkele waterstofcavernes en een verbinding met Duitsland en België. We zullen bovendien de eerste grootschalige import gerealiseerd hebben, waardoor we steeds meer toewerken naar een wereldmarkt. Industriële clusters, wind op zee en havens: Duitsland en Nederland hebben dezelfde goede uitgangspositie.”
 

Bron: Gasunie

Meer weten over het toekomstige waterstofnetwerk? Lees ook eens dit artikel op onze website: Energietransitie vereist nieuwe buisleidingen.

Terug naar overzicht

BIG Magazine ontvangen?

BIG Magazine komt twee keer per jaar uit en is gratis voor onze leden. Wil je dit branchemagazine vol met projecten en nieuws ontvangen, schrijf je dan in of word lid!

BIG Magazine is gratis voor leden. Nog geen lid? Meld je hier aan!