Gasunie en Havenbedrijf Rotterdam (HBR) willen in Zuid-Holland het eerste open transportwarmtenet ter wereld aanleggen. De overheid investeert €90 mln, zo bleek vorig jaar. Inmiddels heet het project WarmtelinQ en wordt er serieus gesproken met meerdere producenten en afnemers, zegt projectdirecteur Guido Custers. Ongekend, want de warmtemarkt kent traditioneel een sterk monopolistisch karakter.
Custers’ enthousiasme spat van het beeldscherm af tijdens het video-interview. Ondanks de noodgedwongen afstand tussen hem en Energeia, vanwege de coronamaatregelen, heeft hij weinig nodig om de warmteplannen vol furore uit de doeken te doen.
In september vorig jaar maakte minister Eric Wiebes (Economische Zaken en Klimaat, VVD) bekend dat hij Gasunie aanstelt als onafhankelijk beheerder van het beoogde warmtetransportnet tussen de haven van Rotterdam en Den Haag. Het is voor het eerst dat het staatsbedrijf in de warmtesector stapt. Nu, ongeveer acht maanden verder, zijn gesprekken met warmtebedrijven, woningcorporaties en gemeenten in volle gang. Vergunningen worden aangevraagd en milieutoetsen zijn in voorbereiding. Gasunie wil samen met partner HBR eind dit jaar een definitieve investeringsbeslissing nemen. Volgens Custers is het nooit 100% zeker of zulke grote projecten doorgaan, maar het project bevindt zich wel in vergevorderde voorbereiding.
Het project startte ooit onder de hoede van energiebedrijf Eneco en heette de Leiding door het Midden. Nu het is overgenomen door Gasunie en HBR is het WarmtelinQ gedoopt. Custers: “Die Q komt niet zomaar ergens vandaan. Het is de energetische term voor warmte en daarnaast is het een rondje met een aftakking, want dit transportnet krijgt meerdere afslagen.” De projectdirecteur vertelt dat het (externe) team van Eneco lange tijd is ingehuurd door Gasunie. Op dit moment werkt er nog één Eneco-afgevaardigde, zegt Custers, want inmiddels is er binnen Gasunie zelf veel kennis van zaken.
“Wij nemen een nieuwe rol in in de verduurzaming van het energielandschap. Dat kan zijn op het gebied van waterstof, groen gas of CO₂-opslag en dus ook op het gebied van warmte, al zal warmte nooit het grootste gedeelte zijn. Gasunie komt kijken bij grootschalige, open acces infrastructuur. Voor warmte zijn er dan maar een paar gebieden die geschikt zijn: in het noorden bij de Eemshaven, rondom Amsterdam en hier in Zuid-Holland.”
Woningcorporatie als afnemer
Custers vertelt hoe het open transportwarmtenet, een primeur in Nederland, eruit komt te zien. Gasunie en HBR bouwen een leiding tussen het Rotterdamse havengebied en Den Haag. Warmteproducenten en -afnemers die mee willen doen aan het project krijgen een warmteoverdrachtstation (WOS) en betalen daarvoor een bedrag, afhankelijk van hoeveel warmte zij denken in te voeden of af te nemen. Het idee is dat producenten en afnemers zich ook weer af kunnen laten sluiten van het net, maar in de praktijk zullen partijen een warmtetransportovereenkomst aangaan voor meerdere jaren gezien de hoge investeringen die ermee gepaard gaan, zegt Custers.
“Warmteproducenten zullen in het begin met name industriële bedrijven uit het havengebied zijn, maar in de toekomst hopen we dat ook ontwikkelaars van geo- en zonnethermie aanhaken. Belangrijk is de non-discriminatoire toegang tot het transportnet. Iedereen mag invoeden en afnemen”, aldus Custers. Het is wel zo dat het gaat om een groot transportwarmtenet, dat betekent dat met ‘iedereen’ partijen worden bedoeld die het qua volume halen. Zo zal een individueel huishouden zich niet aan kunnen sluiten op dit net, maar een woningcorporatie met duizend woningen in zijn bezit wel.
Dat maakt dit warmtenet al meer open dan de traditionele monopolistische warmtenetten die Nederland nu kent. In Zaanstad ligt ook een open net, maar dat is veel kleiner. Warmte-afnemers zijn nagenoeg altijd grote warmtebedrijven zoals Eneco, Vattenfall of Ennatuurlijk. Ook “dat soort grote warmtebedrijven” zijn in gesprek met Custers, zegt hij. “Wij zijn nu met meerdere grote partijen in gesprek om afnemer te worden van ons net. Hoe meer zielen hoe meer vreugde.” Zo kan het dus zijn dat op het tracé tussen de haven en Den Haag straks zowel Eneco als Vattenfall actief wordt, terwijl dat normaal gesproken één van de twee zou zijn. Custers wil geen namen noemen tot de contracten zijn getekend, maar geeft aan dat het de grotere warmtebedrijven zijn waarmee Gasunie spreekt. Dat zijn er in Nederland maar een handjevol, namelijk Vattenfall, Eneco, Ennatuurlijk en HVC.
Ook voor consumenten?
Wat gaat de consument merken van het open warmtenet? In de voorbeeldwijken in Nederland waar huizen van het aardgas worden gehaald, is veel discussie over het niet kunnen overstappen van warmteleverancier. Dat komt vanwege dat monopolistisch karakter, waarbij een integraal warmtebedrijf zeggenschap heeft over het net. “Die discussie wordt gevoerd bij distributienetten, dat zijn de kleinere vertakkingen van het hoofdtransportnet. Het is niet aan Gasunie om te bepalen of dat gedeelte ook open moet worden, maar ik denk wel dat op termijn dat gaat komen. In de nieuwe Warmtewet heeft de gemeente straks een coördinerende rol, dat helpt daarin mee. Ik verwacht dat mensen uiteindelijk, net als bij gas en licht, kunnen kiezen uit een warmteleverancier. Alleen dat duurt enkele jaren.”
Door Custers enthousiasme en toekomstschets zou je snel vergeten dat de investeringsbeslissing nog niet is genomen. Wat let de bedrijven eigenlijk nog? “Timing”, zegt Custers. “En de keuze voor de grootte van de buis. Willen we 600 mm of 700 mm diameter. Daarom moeten veel gesprekken worden gevoerd om te zien hoeveel animo er is, zodat we een warmtenet aanleggen dat toekomstbestendig is, maar maatschappelijk verstandig. Een 100 mm dikkere buis is aanzienlijk duurder.”
Ook wordt er gewacht op de presentatie van de nieuwe Warmtewet (zie kader) die minister Wiebes maakt. De open acces infrastructuur die Gasunie en HBR willen moet ook in wet- en regelgeving mogelijk gemaakt worden. Bij de bekendmaking van de deelname van Gasunie vorig jaar was de wet, zoals die toen was ingericht, nog hét grote struikelpunt voor het slagen van het project. Custers zegt dat de contouren van de nieuwe Warmtewet, die de minister in december naar buiten bracht, voor hem “voldoende” zijn om te weten dat dit project mogelijk is binnen de nieuwe wet.
De hamvraag is hoe het kan dat dit Zuid-Hollandse project nu een vlucht krijgt. In Zuid-Holland liggen namelijk al jaren plannen om zo’n warmterotonde te maken, omdat de provincie gezien de ligging van het havengebied zoveel restwarmte heeft. Toch kwam het nooit echt van de grond. Custers: “De steun van het ministerie en de regierol die wij innemen, is een belangrijk element. Daarnaast hebben we veel te danken aan al het voorbereidende werk dat al in de provincie is gedaan en ik denk dat de warmtetransitie bij gemeenten en provincies een stuk verder is dan een paar jaar geleden.”
Als eind dit jaar de investeringsbeslissing wordt genomen dan kost het één tot twee jaar om het hele warmtenet aan te leggen.
Filmpje illustreert werking open transportnet
Een video gemaakt in opdracht van het programmabureau Warmte-Koude Zuid-Holland van warmte-expert Maya van der Steenhoven illustreert hoe het open warmtetransportnet zou moeten werken. Van der Steenhoven was tot voor kort directeur bureau dat de warmtetransitie in Zuid-Holland bevordert. Ruim zeven jaar werkte ze aan voorbereidingen voor het plan dat Gasunie en HBR nu uit willen voeren (al was ze bij WarmtelinQ zelf niet concreet betrokken). In een reactie zegt zij: “Door mijn ervaring merk ik hoeveel geluk Zuid-Holland heeft van zo een ruime beschikbaarheid aan warmte. Als het hier niet kan, dan kan het nergens. Met dit open warmtetransportnet wordt afgestapt van ouderwets en monopolistisch vervoer van warmte. Ik ben er trots op.” Bekijk via deze link de video.
Lees het volledige artikel op de website van Energeia.
Foto: De beoogde warmteleiding loopt van het Rotterdamse havengebied naar Den Haag en kent verschillende aftakkingen. (Bron: WarmtelinQ).
Bron: Energeia