De industrie wil snelheid maken met de energietransitie en heeft concrete plannen om dat te doen. Maar om van de plannen een succes te maken is wel de hulp van het komende kabinet nodig. Dat is de strekking van het ‘aanbod aan Nederland’, een document dat de sector deze vrijdag overhandigde aan vertegenwoordigers van de rijksoverheid. De sector hoopt dat de plannen de formatietafel bereiken.
Dat het de industriebedrijven menens is, bleek wel uit het feit dat zo’n beetje de voltallige top van industrieel Nederland acte de présence gaf bij de presentatie van de plannen. Marjan van Loon, CEO van Shell Nederland, vatte het als volgt samen: “Sinds het Klimaatakkoord zijn we al aan de slag, maar wij willen meer. We gaan investeren om producten te verduurzamen en nieuwe waardeketens op te bouwen. We denken dat we een vliegwiel kunnen zijn voor verduurzaming en economische groei. Wij vragen de overheid nu: doe je met ons mee?”
Als voorbeeld geeft ze het project NortH2, dat moet leiden tot 4 GW aan productiecapaciteit voor groene waterstof in 2030 en 10 GW een decennium later. “We willen in 2027 al echt productie zien. Dat betekent dat we in 2024 een definitieve investeringsbeslissing moeten nemen. Maar niet alleen wij, ook onze potentiële afnemers moeten dan al investeringsbeslissingen nemen. Dan is het cruciaal dat het beleid deze voornemens ondersteunt. Bijvoorbeeld door voor meer wind op zee te zorgen.”
Lijst met projecten
De brief beschrijft dat de Nederlandse industrie meer dan honderd kansrijke projecten in de planning heeft om “een succes te maken van de klimaattransitie”. Volgens Dimitri de Vreeze, co-CEO van DSM, heeft de industriesector “een pijplijn met oplossingen die groter is dan wat we nodig hebben aan CO₂-besparing”. “We doen nu een handreiking om deze lijst door te nemen en te kijken: wat past bij ons als bedrijfsleven, en wat kan de overheid beter oppakken?”
Anton van Beek, president bij Dow Benelux, valt hem bij: “Laten we gewoon beginnen met de top tien projecten en die uitvoeren. Dan doen we daarna de volgende tien. We willen dit en we kunnen dit, maar we moeten het wel samen doen met de politiek.”
Een veelzeggend detail was dat alle bedrijfsbestuurders er tijdens de presentatie van het plan op stonden dat presentatrice Inge Diepman hen zou tutoyeren, in een aanzet de soms gevoelde kloof tussen industrie en samenleving wat te verkleinen. “’U’ zeggen schept afstand”, zei Hans van den Berg, directievoorzitter van Tata Steel Nederland, “terwijl wij met dit plan willen laten zien dat we echt onderdeel zijn van de samenleving.”
CO₂-opslag en waterstof
Voor de korte termijn benadrukken de ondertekenaars vooral het belang van afvang en opslag van CO₂, bijvoorbeeld via de projecten Porthos (Rotterdam), Athos (Amsterdam-IJmuiden) en Aramis (Den Helder).
Voor de middellange termijn zijn vooral projecten rond elektrificatie en waterstof van belang. In eerste instantie zijn dat zowel blauwe als groene waterstof, respectievelijk waterstof geproduceerd met aardgas waarbij de CO₂ is afgevangen en waterstof geproduceerd met een elektrolyser op groene stroom. Op de lange termijn moet met name groene waterstof bijdragen aan een klimaatneutrale industrie.
Formatie
De brief is een initiatief van het uitvoeringsoverleg industrie, waarin de sector de voortgang van afspraken uit het Klimaatakkoord bespreekt. Carolien Gehrels, voorzitter van het uitvoeringsoverleg industrie, overhandigde het document vrijdag aan secretaris-generaal Gert-Jan Buitendijk van het ministerie van Algemene Zaken en secretaris-generaal Lidewijde Ongering van Economische Zaken en Klimaat.
De timing is niet toevallig. De formatie van een nieuw kabinet staat voor de deur, en de industriesector hoopt dat het plan een prominente plek krijgt op de formatietafel. Buitendijk zei trots te zijn het document in ontvangst te mogen nemen en noemde het aanbod “een compliment waard”. Wel wees hij erop dat de industrie zelf moet zorgen dat het document ook op de formatietafel belandt, “want wij zijn geen doorgeefluik”.
Netbeheerders
Tijdens de presentatie waren niet alleen afgevaardigden van de industriebedrijven en de zes industrieclusters aanwezig, maar ook vertegenwoordigers van onderwijs- en onderzoeksinstellingen, vakbond FNV en netbeheerders Gasunie, Tennet en Stedin.
“Ik krijg soms het gevoel dat wij als netbeheerders met de industrie blijven daten, maar dat niemand de first move maakt”, schetste Tennet-CEO Manon van Beek een obstakel voor een snelle energietransitie. Die terughoudendheid heeft van beide kanten te maken met de onzekerheid die grote investeringen met zich mee brengen. “Onze plannen hebben een doorlooptijd van een jaar of acht. Dat kan gewoon niet veel sneller. Dan moeten we dus nu al weten wat er over acht jaar nodig is en waar.”
Van Beek zegde wel toe dat Tennet €1,5 mrd tot €2 mrd per jaar zal investeren om de productie van windenergie op zee te ontsluiten en het hoogspanningsnet op het land te versterken, onder meer door een verbinding van Zeeland naar Tilburg en een verbinding van Rotterdam naar Limburg.
Ook Gasunie-CEO Han Fennema noemde het moeilijk om in te schatten wat er in 2030 en 2050 op bedrijfsniveau nodig is aan bijvoorbeeld waterstofinfrastructuur. “Maar voor Nederland als geheel hebben we best een duidelijk beeld.” Gasunie voorziet tot 2030 € 7 miljard aan investeringen in de energietransitie. Dit moet onder meer leiden tot de zogenoemde waterstofbackbone, een netwerk van waterstofleidingen dat alle industriële clusters in Nederland van waterstof voorziet, en verbonden is met importterminals in de grote Nederlandse havens en afnemers in het buitenland.