Afvang en opslag van CO₂ (CCS) zal een belangrijke rol spelen in de ambitie van de haven van Rotterdam om klimaatneutraal te worden in 2050. Het is echter onduidelijk welke rol CCS op de lange termijn moet krijgen in Rotterdam. Dat schrijft het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) in een rapport over de energietransitie in het havengebied. Het PBL omschrijft CCS als “een dominante keuze in Rotterdam”, die door verdere infrastructuurontwikkeling, volumegroei en kostendaling een grote betekenis zal krijgen voor het industriële cluster -waar ook de industrieterreinen bij Moerdijk en Dordrecht-West toe behoren.
De beperking op subsidie voor CCS, afgesproken in het Klimaatakkoord, “belemmert waarschijnlijk niet de verdere groei” ervan, aldus het rapport. De afspraak moet het risico beperken dat CCS de ontwikkeling van schonere alternatieven verdringt. In Rotterdam is dit risico aanwezig, stelt het PBL. “CCS kan in Rotterdam door de relatief lage kosten en het grote potentieel op langere termijn de opschaling van duurzamere technologische richtingen vertragen”, aldus de onderzoekers, die zich baseren op interviews met experts en bestaande plannen en onderzoeken.
Ze geven als voorbeeld dat de productie van blauwe waterstof (geproduceerd met aardgas, waarbij de CO₂-uitstoot is afgevangen en opgeslagen) de opkomst van groene waterstof (geproduceerd met elektrolysers op groene stroom) kan belemmeren. “De verschillende routekaarten en visies maken niet duidelijk welke keuzes worden gemaakt om deze verdringing te voorkomen.”
Meters maken
Over enkele jaren zullen naar verwachting de eerste CCS-projecten nabij Rotterdam gerealiseerd zijn. Bijvoorbeeld Porthos, een initiatief van Gasunie, Havenbedrijf Rotterdam en Energie Beheer Nederland om industriële CO₂ uit het cluster via pijpleidingen naar opslaglocaties onder zee te transporteren en op te slaan. De rapportschrijvers benadrukken dat de techniek een belangrijke rol kan spelen bij het “meters maken” met emissiereductie.
De kanttekening die ze plaatsen is dat het nog onduidelijk is welke rol CCS op lange termijn in Rotterdam moet krijgen en hoe lang het nodig zal zijn om fossiel energiegebruik voort te zetten en de CO₂ ervan op te slaan. “Veel studies laten nog open hoe en wanneer fossiel energiegebruik en CCS worden verminderd.”
Geen opties uitsluiten
Twee belangrijke documenten over de energietransitie in Rotterdam zijn de Havenvisie en het Rotterdams klimaatakkoord. Beiden streven per 2050 naar een CO₂-neutrale raffinage en chemie en een circulair haven- en industriecomplex. Die ambities sluiten aan bij de nationale en Europese klimaatdoelen. CCS is een van de manieren om die doelen te halen. Andere belangrijke opties voor Rotterdam zijn: elektrificatie, waterstof, geothermie, CO₂-hergebruik (CCU), biomassatoepassingen en plasticrecycling.
Elektrificatie komt slechts “aarzelend” van de grond, schrijft het PBL. Het verwijst onder meer naar de elektrische boiler, “een optie met voldoende technisch en economisch potentieel die toepasbaar is in bestaande situaties”. De boiler lijkt vooral wisselingen in hernieuwbare elektriciteitsproductie op te gaan vangen, “omdat vollast-elektrificatie met elektrische boilers voorlopig onvoldoende wordt ondersteund met de SDE++-exploitatiesubsidie”.
Zekerheid bieden
Ook de mogelijke doorbraak van waterstof, als energiedrager en seizoensbuffer voor hernieuwbare elektriciteitsproductie, maakt de elektrificatie van de industrie onzeker. Bedrijven aarzelen met investeringen, omdat dure aanpassingen in productieprocessen en de elektriciteitsinfrastructuur mogelijk overbodig zullen blijken als er tijdig voldoende betaalbare waterstof beschikbaar komt.
Het PBL ziet hier een rol weggelegd voor de overheid. “De omvang, infrastructuur, basislastmogelijkheden en betaalbaarheid van CO₂-neutrale elektriciteit worden in sterke mate door beleid bepaald. Wanneer de overheid voor deze aspecten meer duidelijkheid biedt, vermindert dat de onzekerheid bij marktpartijen waardoor meer optimale keuzes kunnen worden gemaakt.”
Projecten
Volgens de verkenning is de voortgang in de verduurzaming het meest overtuigend waarneembaar in concrete projecten, meer dan in roadmaps of scenariostudies. Het PBL noemt een aantal projecten, behalve Porthos onder meer H-vision, een initiatief van zestien partijen onder regie van ondernemersvereniging Deltalinqs. H-vision bestaat uit diverse deelprojecten voor de productie, infrastructuur en opslag van blauwe waterstof. Door waterstof te gebruiken in plaats van aardgas zou de Rotterdamse industriebedrijven 4,3 miljoen ton CO₂ moeten kunnen besparen in 2031.
Het PBL merkt ook op dat bedrijven in het Rotterdamse cluster “een grote hoeveelheid belangrijke plannen” hebben ontwikkeld, waarvan een flink aantal “nog niet de concrete voorbereidingsfase heeft bereikt”. Ook hier kijkt het planbureau naar politiek Den Haag. “Voor een geschikte financiële ondersteuning wordt vooral naar de rijksoverheid gekeken. Voor diverse projecten is er echter nog een mismatch tussen het door het rijk geboden ondersteuningskader en de behoefte van bedrijven.”
Bron: Energeia
Lees ook: De vier Porthos-klanten mikken op najaarsronde SDE+ en ook Geen steun voor waterstoffabrieken H-Vision in nieuwe SDE++